Een voltooid deelwoord wordt ook wel eens gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Het is dan geen werkwoord meer, maar vergelijkbaar met woorden als 'lang', 'groen' en 'sterk': het zegt iets over het woord dat erna komt.
Als het voltooid deelwoord eindigt op d of t
In de volgende voorbeelden wordt steeds in de derde zin het voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord:
De genoemde voorbeelden hebben in de verleden tijd dd of tt, terwijl ze dat als bijvoeglijk naamwoord niet hebben: ze gedragen zich dan net als 'bont/bonte, vreemd/vreemde'.
Nog een paar van die setjes:
In bovenstaande voorbeelden gedraagt het bijvoeglijk naamwoord zich net als groot/grote, breed/brede.
Misschien helpt het om dit te onthouden: als je twijfelt tussen twee schrijfwijzen en het woord wordt bijvoeglijk gebruikt, kies dan de korte schrijfwijze:
Dat zelfs professionele websites hier fouten mee maken, blijkt uit onderstaand fragment van nu.nl, waarin 'gevluchte' zou moeten staan. Het is later verbeterd.
(Met dank aan een opmerkzame deelnemer.)
In bepaalde gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een korte klank + d of + t:
In bovenstaande voorbeelden wordt de eindletter verdubbeld, net als zot/zotte.
Als het voltooid deelwoord eindigt op 'en'
Sommige sterke werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat eindigt op 'en'. In de volgende voorbeelden wordt steeds in de tweede zin het voltooid deelwoord gebruikt als een bijvoeglijk naamwoord:
In de bovenstaande voorbeelden zie je dat het voltooid deelwoord zijn eindletter n behoudt. Er komt geen verbuigings-e achter, zoals dat wel gebeurt bij 'het gegrilde gehakt', 'de ingekorte uitleg', 'de gesneuvelde ruit' en 'het gebutste hoofd'.
Van het werkwoord 'zien' en afleidingen daarvan eindigt het voltooid deelwoord ook op 'en', maar bijvoeglijk gebruikt hebben deze werkwoorden wel de gebruikelijke verbuigings-e: