Wat is het verschil tussen 'kennen' en 'kunnen'?
De werkwoorden 'kennen' en 'kunnen' worden nogal eens met elkaar verward. Hier zijn een paar voorbeelden om het verschil duidelijk te maken.
'Kennen' is een zwak werkwoord:
ik ken, hij kent, zij kennen, ik kende, zij kenden, ik heb gekend
'Kunnen' is een onregelmatig werkwoord:
ik kan, jij kunt (jij kan), hij kan, zij kunnen, ik kon, wij konden, ik heb gekund
(voor vervoegingen: zie ook kunt, zult, wilt, hebt)
Onthoud: kennen is weten, kunnen is doen.
Bij 'kunnen' gaat het om een handeling of vaardigheid. Je ziet meestal in die zin een ander werkwoord, zoals in de zinnen hierboven.
Toch is dat niet altijd het geval, want er zijn uitdrukkingen of formuleringen waarin je geen ander werkwoord ziet, omdat dit in die formulering is weggelaten: