in samenwerking met 
84142 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Werkwoorden

Dit deel van de website besteedt aandacht aan werkwoorden.

 

De spelling van een werkwoord hangt af van de functie die het werkwoord in de zin heeft. Dat moet je dus uitzoeken. Deze website helpt je daarbij, met zo weinig mogelijk vaktermen. Zo praktisch mogelijk.

 

 

STAP 1: maak meervoud van de hoofdpersoon

Als de hoofdpersoon al meervoud is: maak dan enkelvoud.

 

Als het niet lukt: kijk op de pagina over meervoud maken.

Verandert het betreffende probleemwerkwoord mee?

  • Ja, het probleemwoord verandert mee. Dit werkwoord hoort bij de hoofdpersoon. 
    Ga naar stap 2.
     
  • Nee, een ander werkwoord in de zin verandert mee. Het probleemwerkwoord is waarschijnlijk een voltooid deelwoord.
    Ga naar de pagina over voltooid deelwoord.

 

STAP 2: tegenwoordige tijd of verleden tijd?

 

Wat lukt beter: een korte versie van de zin maken met "vandaag" of met "gisteren", zonder het werkwoord te veranderen?

  • Vandaag. Bijvoorbeeld: hij rijdt op een fiets - vandaag rijdt hij op een fiets.
    Ga naar de pagina over tegenwoordige tijd.
     
  • Gisteren. Bijvoorbeeld: hij reed op een fiets - gisteren reed hij op een fiets.
    Ga naar de pagina over verleden tijd.

 








Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel Beter Afrikaans Plus-Taaltest

© 2010 - Beter Spellen is een initiatief van

Martin van Toll Producties