Boekje 2

Het woord 'zuchtte' is verleden tijd. De ik-vorm eindigt al op een t. Daar komt in de verleden tijd 'te' bij. Daarom zie je tt in het woord.
Zie ook de pagina verleden tijd.

Het woord 'ingestorte' heeft de functie van een bijvoeglijk naamwoord, zoals 'grote' of 'vaste'. Er is geen reden voor een extra t.
Zie ook de pagina het verwoeste huis.

Bij een vergrotende trap (beter) hoort 'dan'.
Het juiste antwoord is 'dan ik'.
Dat zie je als je de zin aanvult met woorden uit het eerste deel: Dit soort dingen kun jij veel beter dan ik ze kan.

In spreektaal wordt tegenwoordig 'beter als' ook geaccepteerd, maar niet in geschreven teksten.
Zie ook de pagina ik, mij, hij, hem.

Het woord 'poliep' (goedaardig gezwel) is via het Frans (polype) en Latijn (polypus) afkomstig van het Griekss 'polupous' (= veelvoetig, poliep).

 

Een poliep is ook een neteldier dat zich met verscheidene voelers vastzet op bijvoorbeeld de zeebodem.

Zie ook de pagina onmiddellijk.