Taalpuzzels

Het hele werkwoord is 'liggen'. Je schrijft de ik-vorm + t. De ik-vorm van 'liggen' is 'lig': de sleutel ligt.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

Veel mensen spreken de e van 'terug' niet uit, maar je moet hem wel schrijven.
Zie ook de pagina het verwoeste huis.

Als het enkelvoud een korte klinker (a, e, i, o, u) heeft in de laatste lettergreep met daarachter één medeklinker, komt er in het meervoud vaak een medeklinker bij om de klank van die klinker kort te houden:
stip - stippen.
Zie ook de pagina grenzen, kansen.

Het woord 'feesttent' wordt weleens fout geschreven, omdat niet elke letter wordt uitgesproken.
Zie ook de pagina tandpasta, zakdoek.