Boekje 2

Samengestelde woorden

Veel woorden zijn samengesteld uit twee of meer kleinere woorden.

• bad + kamer = badkamer
• glim + lach = glimlach
• kamer + deur = kamerdeur

Door het samenstellen kunnen er combinaties van letters ontstaan, die je niet allemaal hoort bij het uitspreken:

• angst + schreeuw = angstschreeuw
• kerst + ster = kerstster
• post + zegel = postzegel
• tand + pasta = tandpasta
• zak + doek = zakdoek

Soms komen er twee gelijke letters achter elkaar, die je meestal niet allebei apart uitspreekt:

• brand + deur = branddeur
• feest + terrein = feestterrein
• gitaar + riff = gitaarriff
• spook + kasteel = spookkasteel
• stamp + pot = stamppot

In samenstellingen met sommige leenwoorden krijg je zelfs drie opeenvolgende gelijke letters:

• baseball + landskampioen = baseballlandskampioen
• masterclass + selectie = masterclassselectie
• stress + stoornis = stressstoornis
• jazz + zangeres = jazzzangeres

Als je zulke woorden slordig uitspreekt, loop je het risico dat je ze ook verkeerd gaat spellen (zaddoek, tampasta, feesterrein, stampot, brandeur).

Het is onmogelijk om alle samengestelde woorden in een woordenboek te vermelden, want je kunt eindeloos blijven combineren, bijvoorbeeld: slingeruurwerkonderdelenspecialist, bungalowtentharingenzak.

We beperken ons tot een algemeen advies: als je een woord schrijft dat uit kleinere woorden is samengesteld, let dan op of je die kleine woorden allemaal compleet opschrijft.