Ik ga volgende week weer ........ bij ........ moeder op bezoek.
eens: bijwoord (een keer)
mijn: bezittelijk voornaamwoord (van mij)
Het woord 'is' kan niet 'een keer' betekenen, maar is de hij-vorm van het werkwoord 'zijn': hij/zij/het is.
Het woord 'me' is een persoonlijk voornaamwoord en betekent 'mij', bijvoorbeeld: geef het me, luister naar me, ik vergis me.
Zie ook de pagina
ik, mij, hij, hem.