06 MEI (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1F hebben de test van 06-05-2024 zo ingevuld:
Een plank blijft drijven, maar een baksteen ........ .
zing
zingt zinkt
zink
Het werkwoord is 'zinken', de ik-vorm is 'zink'. De ik-vorm + t = zinkt.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
De beveiliging ........ deze post vroeger de hele dag.
bemandde
bemanden bemande
bemandden
Het woord 'bemande' is verleden tijd van 'bemannen'. De ik-vorm is 'beman'. Omdat de n geen medeklinker in 't kofschip is, krijgt dit werkwoord 'de' achter de ik-vorm (beman + de). 'De beveiliging' is enkelvoud. Daarom geen n aan het eind.
Zie ook de pagina verleden tijd.
Heb je gisteren de ........ water gegeven?
plantten planten
Bij veel zelfstandige naamwoorden maak je het meervoud door er 'en' achter te zetten: plant + en = planten.
Zie ook de pagina grenzen, kansen.
Er staat ........ gebak op tafel.
lekkere lekker
lekkeren
'Gebak' is een het-woord: het gebak. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen e aan het eind als het voor een het-woord staat en 'het' is weggelaten of vervangen door 'een' of een onbepaald voornaamwoord.
In andere gevallen komt er wel een e aan het eind: het lekkere gebak, een lekkere taart.
Zie ook de pagina zwart of zwarte.