zwart of zwarte
Je hebt twee soorten zelfstandige naamwoorden: de-woorden en het-woorden. Je kunt vaak aan het woord niet zien of het een de-woord of het-woord is. Dat moet je gewoon weten of opzoeken in een woordenboek.
 
Bijvoorbeeld:
- de man, de vrouw, de auto, de deur, de tuin, de tijger
- het kind, het schaap, het ding, het huis, het boek
 
Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord vóór een zelfstandig naamwoord krijgt vaak een e erbij:
- De man is lang - de lange man, die lange man, deze lange man
- De vrouw is snel - de/die/deze/mijn snelle vrouw
- De auto is rood - de/die/deze/zijn rode auto
- De deur is dicht - de/die/deze/hun dichte deur
- De tuin is groen - de/die/deze/onze groene tuin
- De tijger is gevaarlijk - de/die/deze/mijn gevaarlijke tijger
Bij het-woorden gebeurt hetzelfde:
- Het kind is klein - het kleine kind, dit kleine kind, dat kleine kind
- Het schaap is zwart - het/dit/dat zwarte schaap
- Het ding is blauw - het/dit/dat blauwe ding
- Het huis is nieuw - het/dit/dat nieuwe huis
- Het boek is dik - het/dit/dat dikke boek
 
Bijvoeglijke naamwoorden na 'een'
Er gebeurt iets met bijvoeglijke naamwoorden bij het-woorden als je 'het' vervangt door 'een' of een onbepaald voornaamwoord, zoals elk, ieder, enig, menig.
De e aan het eind verdwijnt:
- het kleine kind - een klein kind
- het zwarte schaap - een zwart schaap
- het blauwe ding - een blauw ding
- het nieuwe huis - een nieuw huis
- het dikke boek - een dik boek
- het scherpe mes - elk scherp mes
- het zware blok - ieder zwaar blok
- het foute vooroordeel - enig fout vooroordeel
- het kleine tentje - menig klein tentje
 
Maar bij de-woorden en bij alle meervouden gebeurt dat niet:
- de lange man - een lange man
- de lange mannen - er lopen lange mannen
- de zwarte schapen - er lopen zwarte schapen
Uitzondering: in sommige gevallen krijgt het bijvoeglijk naamwoord bovenstaande verbuigings-e niet. Het gaat dan vaak over het beroep of de functie van een persoon of gebouw. Dat beroep of die functie krijgt extra nadruk en het bijvoeglijk naamwoord krijgt een andere lading door de verbuigings-e weg te laten:
- een groot dichter (dit zegt niets over zijn lengte)
- een groot atleet
- een begenadigd schrijver
- een fanatiek voorstander
- een fijnbesnaard persoon
- een welbespraakt minister
- (een) behandelend arts
- het voormalig kasteel .... (vaak gevolgd door een naam)
 
Nog een paar voorbeelden
Het weglaten van de e gebeurt dus bij het-woorden in het enkelvoud, zelfs al komt er niet altijd 'een' voor in de plaats:
- We eten geroosterd vlees. (het geroosterde vlees)
- We eten geroosterde kip. (de geroosterde kip)
- Er loopt heet water uit de kraan. (het hete water)
- Er staat hete soep op tafel. (de hete soep)
 
Voor mensen die Nederlands moeten leren, is dit een van de lastigste dingen in de taal. Ze maken daar vergissingen mee. Ze zeggen bijvoorbeeld:
- Fout: een kleine meisje 
 Goed: een klein meisje of het kleine meisje
- Fout: een grote bedrijf 
 Goed: een groot bedrijf of het grote bedrijf
- Fout: een mooie land 
 Goed: een mooi land of het mooie land
 
Eindletter verandert vaak als de e wordt toegevoegd
Als achter de slotletter van het bijvoeglijke naamwoord een e wordt geplakt, gebeurt ongeveer hetzelfde als bij het meervoud van een zelfstandig naamwoord als er en achter gezet wordt (zie de pagina grenzen, kansen):
- Een korte klank krijgt een dubbele medeklinker:
 een dun schrift - het dunne schrift
 een fit jongetje - het fitte jongetje
- Een lange klank verliest een klinker:
 een groot boek - het grote boek
 een duur huis - het dure huis
- Een f wordt soms een v:
 een grof gesteente - het grove gesteente
 een lief mens - het lieve mens
 een vief omaatje - het vieve omaatje
 een scheef gebouw - het scheve gebouw
 
 Maar een f wordt niet altijd een v:
 een duf gevoel - het duffe gevoel
 een laf smoesje - het laffe smoesje
- een s wordt soms een z:
 een vies drankje - het vieze drankje
 een precies getal - het precieze getal
 een serieus plan - het serieuze plan *
 
 Maar een s wordt niet altijd een z:
 een paars shirt - het paarse shirt
 een los briefje - het losse briefje
 een heus wonder - het heuse wonder *
 
 * Als een woord op eus afkomstig is uit het Frans, verandert de s in een z:
 een ambitieus plan - veel ambitieuze plannen
 een mysterieus verhaal - het mysterieuze verhaal
 het is een pompeus feest - het zijn pompeuze feesten
 een religieus gebruik - het religieuze gebruik
 de verandering is rigoureus - een rigoureuze verandering
 de cirkel is vicieus - een vicieuze cirkel
- speciale gevallen: hier verandert de d in een t
 een bijdehand meisje - het bijdehante meisje
 een relaxed feest - het relaxte feest
 
Franse bijvoeglijk naamwoorden die altijd op een e eindigen
Sommige bijvoeglijk naamwoorden zijn overgenomen uit het Frans en eindigen op een e die je niet altijd uitspreekt. In geschreven tekst is de e wel aanwezig.
- een luxe appartement (in Nederland vaak uitgesproken als luuks, zonder de e)
 het luxe appartement (uitgesproken als luukse, met de e)
- een frêle kereltje (in Nederlandvaak uitgesproken als frèl, zonder de e)
 het frêle kereltje (uitgesproken met de e aan het eind)
- een louche handeltje (in Nederlandvaak uitgesproken als loesj, zonder de e)
 het louche handeltje (uitgesproken met de e aan het eind)
 
| Vaktermen Hoewel deze website alles graag uitlegt met zo weinig mogelijk vaktermen, noemen we voor de fijnproevers soms even een begrip van de schoolmethode.   LIDWOORD = de, het, een: 
de en het zijn bepaald lidwoordeen is onbepaald lidwoord AANWIJZEND VOORNAAMWOORD = deze, die, dit, dat. Met een aanwijzend voornaamwoord vertel je iets meer over de plaats waar iets zich bevindt: 
deze in plaats van de als het voorwerp dichtbij is: deze deurdie in plaats van de als het voorwerp verder weg is: die deurdit in plaats van het als het voorwerp dichtbij is: dit huisdat in plaats van het als het voorwerp verder weg is: dat huis   GESLACHT 
Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen de. Onzijdige woorden krijgen het.   |