17 JUN (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 17-06-2025 zo ingevuld:
Ik heb voor dit opstel een woordenboek ........ .
gebruiken gebruik gebruikd gebruikt
Dit is het voltooid deelwoord van 'gebruiken'. Meestal schrijf je ge + ik-vorm + d of t, maar omdat gebruiken al met 'ge' begint, komt er niet nog eens ge voor. Aan het eind komt een t, omdat de k van 'gebruiken' in 't kofschip zit: gebruik + t = gebruikt.
Zie ook de pagina voltooid deelwoord.
Met veel lawaai ........ de auto voor het kruispunt.
remp rempt remd remt
Het werkwoord is 'remmen', de ik-vorm is 'rem'. De ik-vorm + t = remt.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
(Leestekens.) Nico heeft een nieuwe fiets ........
. (punt) , (komma) : (dubbele punt) ; (puntkomma)
De enige juiste mogelijkheid is een punt. Er volgt geen opsomming of citaat, dus een dubbele punt is hier fout. Een komma of puntkomma schrijf je nooit aan het eind van een zin.
Zie ook de pagina Leestekens.
(Leestekens.) Ik hoop snel van je te horen ........
, (komma) . (punt) : (dubbele punt) ? (vraagteken)
De enige juiste mogelijkheid is een punt. Het is geen vraag, dus een vraagteken is hier fout. Er volgt geen opsomming of citaat, dus een dubbele punt is hier fout. Een komma schrijf je nooit aan het eind van een zin.
Zie ook de pagina Leestekens.