29 NOV (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 29-11-2024 zo ingevuld:
De eekhoorn nam de nootjes mee en ........ ze op in de boom.
peuzeldde peuzelde
peuzlede
peuzelden
Het werkwoord is '(op)peuzelen', de ik-vorm is 'peuzel'. De verleden tijd enkelvoud is peuzel + de = peuzelde.
Zie ook de pagina verleden tijd.
Ik wil graag een glas ........ water.
ijskoud
ijs koude
ijs koud
ijskoude
'IJskoud' is één woord.
Bij een het-woord schrijf je een e aan het eind van het bijvoeglijk naamwoord (het koude water), maar die e verdwijnt als 'het' wordt weggelaten: koud water.
Zie ook de pagina zwart of zwarte.
(Welk leesteken zet je na deze mededeling?) In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen ........
: (dubbele punt)
? (vraagteken)
, (komma) . (punt)
De enige juiste mogelijkheid is een punt. Het is geen vraag, dus een vraagteken is hier fout. Er volgt geen opsomming of citaat, dus een dubbele punt is hier fout. Een komma schrijf je nooit aan het eind van een zin.
Zie ook de pagina Leestekens.
De ........ is vanbinnen betimmerd met schroten.
houtloods
houdloots
houtloots
houdloods
Dit is een samenstelling van 'hout' en 'loods'. hout + loods = houtloods
Zie ook de pagina tandpasta, zakdoek.