21 OKT (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 21-10-2024 zo ingevuld:
Deze plant ........ een keer per jaar met een mooie bloem.
bloeit
bloeidt
bloei
bloedt
Het woord 'bloeit' hoort bij de hoofdpersoon van de zin (deze plant). Het werkwoord 'bloeien' wordt vervoegd zoals 'ik til, hij tilt'. Dus: bloei + t = bloeit.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
Wat ........ de schrijver met die beeldspraak?
beddoelde
beddoeldde bedoelde
bedoeldde
Het woord 'bedoelde' is verleden tijd van 'bedoelen'. Omdat de l geen medeklinker in 't kofschip is, krijgt dit werkwoord 'de' achter de ik-vorm: bedoel + de.
Zie ook de pagina verleden tijd.
Zij stond op haar ........ om over de heg te gluren.
teenen
teennen tenen
Als het enkelvoud een lange klinker (aa, ee, oo, uu) heeft in de laatste lettergreep met daarachter één medeklinker, verdwijnt in het meervoud een van die klinkers: teen - tenen.
Zie ook de pagina grenzen, kansen.
De ........ kon niet langer in de dierentuin blijven.
bir
ber beer
bair
Het klinkt een beetje als 'ir', maar je schrijft 'eer'.
Zie ook de pagina luisterwoorden.