30 OKT (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 30-10-2024 zo ingevuld:
Vroeger ........ ik vaak boeken van de buren.
leen
leendde leende
leend
Het werkwoord is 'lenen', de ik-vorm is 'leen'. De verleden tijd is leen + de = leende.
Zie ook de pagina verleden tijd.
Ik ........ mijn vrouw al sinds de basisschool.
ken
kan
kun
Kennen is weten, kunnen is doen.
kunnen: ik kan, jij kunt (of kan), hij kan, wij kunnen
Zie ook de pagina kennen, kunnen.
Frans ........ een eigen huis.
bouwd bouwt
bouw
bouwdt
Het werkwoord is 'bouwen', de ik-vorm is 'bouw'. De ik-vorm + t = bouwt.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
Zij is zo ........ als een den.
slangk
slang
slan slank
Als je goed luistert, klinkt het misschien als 'slangk'. Je schrijft dan niet 'ngk' aan het eind van het woord, maar 'nk'.
Zie ook de pagina luisterwoorden.