Geocaching

Het juiste woord is 'wat', omdat het verwijst naar de hele eerste helft van de zin (ik moest voor het eerst een toespraak houden).

'Die' is niet goed, want dan zou het op 'toespraak' slaan en dan zou het betekenen dat ik de toespraak heel spannend vond.
Zie ook de pagina wat, dat, wie, die.

Bij multifocale brillenglazen lopen verschillende sterkten geleidelijk in elkaar over.

Het woord is afgeleid van 'focus' (brandpunt, van een lens bijvoorbeeld) en heeft niets te maken met 'vocaal' (met de stem uitgevoerd).
Zie ook de pagina onmiddellijk.

De ik-vorm van het werkwoord 'steengrillen' heeft in het Nederlands één l aan het eind: ik steengril, ik steengrilde, ik heb gesteengrild.
Zie ook de pagina gefaxt, gepland.

Het woord 'bonten' (van bont gemaakt) is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Zulke woorden hebben bijna altijd 'en' aan het eind. Zo ook in deze zin.

Het woord 'bont' in de betekenis 'kleurrijk' krijgt géén n (een bonte verzameling speelgoedauto's).

In deze opgave kan met 'bont' niet 'kleurrijk' bedoeld worden, omdat er 'zwarte' voor staat. Zwart is niet kleurrijk.

In samenstellingen wordt het woord 'bont' zonder 'en' en zonder spatie aan een zelfstandig vast geschreven: bontjas, bontkraag. Dat is hier niet aan de orde, want er staat een spatie voor 'binnenkant'.
Zie ook de pagina gouden, plastic.