We willen naar een wild feest, maar mijn vader is er ........ tegen.
Het woord faliekant is waarschijnlijk ontstaan in de 15e eeuw uit de woorden faelge (fout) + kant.
In de 17e eeuw: falicanthout (niet rechthoekig gezaagd hout).
De oorspronkelijke betekenis 'fout, verkeerd' komt nog zelden voor (zonder faliekant = foutloos, dat komt faliekant uit = dat komt verkeerd uit)
Tegenwoordig wordt faliekant vooral gebruikt als versterking bij woorden als 'verkeerd', 'fout', 'mis': faliekant tegen, faliekant mislukken, er faliekant naast zitten e.d.
Zie ook de pagina
onmiddellijk.