In die eenvoudige herberg aten we wat de pot ........ .
Eten wat de pot schaft = eten wat er op tafel komt.
Het woord 'schaft' komt van (ver)schaffen: je eet wat de pan te bieden heeft.
De verleden tijd heeft één t: schaf + te = schafte.
Het woord 'schaftte' bestaat ook. Dit is de verleden tijd van 'schaften' (eten), maar in deze uitdrukking is dat niet het gebruikte werkwoord.
Zie ook de pagina
verleden tijd.