Een trema bestaat uit twee puntjes, die naast elkaar, boven een klinker staan.
Met een trema geef je aan dat bij die letter een nieuwe klank begint:
Je gebruikt ook een trema bij samengestelde telwoorden:
Bij klinkerbotsing van twee woorden in een samenstelling gebruik je geen trema, maar een streepje (gala-avond, auto-onderdeel, zee-egel, taxi-ervaring, menu-idee).
Meer over samenstellingen op de pagina rodewijnglazen.
Meer over klinkerbotsing op de pagina na-apen, geïnd.
Je gebruikt alleen maar een trema als het woord zonder trema verkeerd kan worden uitgesproken.
Daarom geen trema op:
Je gebruikt geen trema op woorden die uit een andere taal overgenomen zijn, waar ook geen trema gebruikt wordt. Bijvoorbeeld: