Dubbele punt
Na een dubbele punt komt meestal een opsomming, een uitleg of een citaat.
Het eerste woord na de dubbele punt krijgt meestal geen hoofdletter (tenzij het een hoofdletterwoord is, zoals een naam). Na de dubbele punt schrijf je wel een hoofdletter als er een volledige zin geciteerd wordt. Bijvoorbeeld:
Puntkomma in een zin
Een puntkomma (in België ook kommapunt genoemd) is een leesteken midden in een zin. Er is een belangrijk verband tussen de delen voor en na de puntkomma, ook al zijn het vaak twee volwaardige zinnen en zou een punt ook gekund hebben. Een voorbeeld:
Het eerste woord na de puntkomma krijgt geen hoofdletter (tenzij het een hoofdletterwoord is, zoals een naam).
Puntkomma in een opsomming
In een opsomming kun je achter elk onderdeel een puntkomma zetten. Achter het laatste onderdeel zet je dan een punt. Bijvoorbeeld:
Je ziet in opsommingen trouwens ook vaak een komma. Dat mag ook. Maar als sommige delen van de opsomming zelf al een komma hebben, is een puntkomma duidelijker. Zoals hierboven.
Beletselteken (...)
De puntjes die vaak gebruikt worden om aan te geven dat daar iets is weggelaten, heten het beletselteken.
Je kunt het beletselteken gebruiken voor:
Het zijn altijd drie puntjes.
Als er een volledig woord aan voorafgaat, hoort er een spatie voor de puntjes te staan.
Aan het eind van de zin komt daar geen vierde punt achter.
Als een uitroepteken of vraagteken achter de puntjes komt, zit daar geen spatie tussen: Wel heb je ooit ...!
Op invulformulieren is het aantal puntjes vaak veel groter, om ruimte te geven voor de in te vullen tekst. Dat doen wij ook bij onze oefeningen.