opnoteren
Als twee woorden met elkaar verward worden tot een fout nieuw woord, ontstaat een contaminatie.
Bekende voorbeelden van dergelijke foute woorden zijn:
- opnoteren (opschrijven - noteren)
- optelefoneren (opbellen - telefoneren)
- uithonen (weghonen - uitlachen)
- verexcuseren (verontschuldigen - excuseren)
In dit verband kun je ook denken aan verhaspelingen van twee uitdrukkingen:
- uit de hand escaleren (escaleren - uit de hand lopen)
- in de overhand zijn (in de meerderheid zijn - de overhand hebben)
- iets achter de kiezen hebben (achter de rug hebben - voor de kiezen krijgen)
- zich irriteren aan (irriteren - zich ergeren aan)
- zich beseffen (beseffen - zich realiseren)
Verantwoordelijkheid en verantwoording
Er ontstaan ook contaminaties (verhaspelingen) door de woorden verantwoordelijkheid (aansprakelijkheid) en verantwoording (verdediging, rechtvaardiging) te verwarren. Onderstaande zinnen zijn juist.
Verantwoordelijkheid:
- Hij draagt de verantwoordelijkheid voor deze werkzaamheden.
- De actiegroep eist de verantwoordelijkheid op voor de aanslag.
- Zij neemt de verantwoordelijkheid (op zich) voor de sollicitatieprocedure.
- De minister nam zijn verantwoordelijkheid en trad af.
Verantwoording:
- Hij neemt de weekplanning voor zijn verantwoording.
- Zij legt verantwoording af over de loop van het project.
- De nalatige medewerker wordt ter verantwoording geroepen.
Niet (meer) fout
Soms wordt een contaminatie zo vaak gebruikt, dat het woord wordt toegevoegd aan de woordenboeken en geen echte fout meer is.
Onderstaande voorbeelden staan tegenwoordig gewoon in Van Dale:
- bekritiseren (beoordelen - kritiseren)
- duur kosten (duur zijn - veel kosten)
- nachecken (nagaan - checken)
- nazoeken (nakijken - opzoeken)
- over het algemeen (over het geheel - in het algemeen)
- overnieuw (opnieuw - over)
- uitprinten (uitdraaien - printen)
- uittesten (uitproberen - testen)
- verzenden (versturen - zenden)