Het woord 'leunt' hoort bij de hoofdpersoon van de zin (de oude man). Het hele werkwoord is 'leunen'. Net als bij 'ik til, hij tilt' komt er een t achter de ik-vorm.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

Dit is het voltooid deelwoord van 'braken'.
Je schrijft ge + ik-vorm + t, dus ge + braak + t = gebraakt.
Aan het eind komt een t, omdat de k van braken in 't kofschip zit.
Zie ook de pagina voltooid deelwoord.

Als het enkelvoud een lange klinker (aa, ee, oo, uu) heeft in de laatste lettergreep met daarachter één medeklinker, verdwijnt in het meervoud een van die klinkers:
schaap - schapen.
Het antwoord 'schaap' is niet goed, want 'schaap is een het-woord (het schaap) en dan zou er 'ons' gestaan hebben: ons eigen schaap.
Zie ook de pagina grenzen, kansen.

'Chocola' is een weetwoord.
Zie ook de pagina alcohol en karamel.