05 MRT (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 05-03-2025 zo ingevuld:
Ik ........ van de sneeuwhelling af.
glijd glijdt
Het woord 'glijd' hoort bij de hoofdpersoon van de zin (ik). Het hele werkwoord is glijden (met d). Net als bij 'ik loop' is de ik-vorm (glijd) hier het juiste antwoord. 'Ik glij' mag ook, al is dat meer spreektaal.
Zie ook de pagina d of dt.
De jurk is versierd met rode ........ .
biessen biezzen biezen biesen
Als het enkelvoud eindigt op 'eis, ijs, eus, ies, oes' wordt de s vaak een z in het meervoud (bies - biezen).
Zie ook de pagina grenzen, kansen.
In een winkel met ........ zijn de schoenen en kleding alleen voor dames.
dameskleding en schoenen dames kleding en -schoenen dames kleding en schoenen dameskleding en -schoenen
De woorden 'dameskleding' en 'damesschoenen' worden hier verkort genoemd. Het zijn twee samenstellingen die beide met 'dames' beginnen. Bij het tweede woord wordt 'dames' vervangen door een streepje. Een spatie tussen 'dames' en 'kleding' is fout.
Zie ook de pagina zon- en feestdagen.
Hij is ........ met vooroordelen.
behept behepd behebd behebt
Het woord 'behept' eindigt op pt.
behept zijn met = lijden aan (een zedelijk gebrek of een lastige gewoonte)
Zie ook de pagina onmiddellijk.