23 OKT (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 23-10-2024 zo ingevuld:
In 2010 ........ de omzet met tien procent.
daalden
daald daalde
daaldde
Het werkwoord is 'dalen', de ik-vorm is 'daal'. De verleden tijd is ik-vorm + de = daalde.
Zie ook de pagina verleden tijd.
Heb je het ........ vannacht gehoord?
omweer onweer
Het voorvoegsel 'on' betekent meestal 'slecht, onbehaaglijk'. 'Onweer' is slecht, onbehaaglijk weer.
Zie ook de pagina onmiddellijk.
Jij ........ maar met zo'n tante!
bofd
bofdt boft
Het woord 'boft' hoort bij de hoofdpersoon van de zin (jij). Het woord 'boffen' wordt vervoegd zoals 'ik til, hij tilt'.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
De juffrouw had genoeg van al dat ........ .
gezeur
gezuur
gezur
gezuer
Het klinkt een beetje als 'ur', maar je schrijft 'eur'.
Zie ook de pagina luisterwoorden.