Er staat ........ gebak op tafel.
'Gebak' is een het-woord: het gebak.
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen e aan het eind als het voor een het-woord staat en 'het' is weggelaten of vervangen door 'een' of een onbepaald voornaamwoord.
In andere gevallen komt er wel een e aan het eind: het lekkere gebak, een lekkere taart.
Zie ook de pagina
zwart of zwarte.