Geocaching

Het invulwoord verwijst naar iets concreets (een storm). Omdat 'storm' een de-woord is, verwijs je ernaar met 'die'.

Je gebruikt 'wat' als je verwijst naar het hele voorafgaande deel van de zin, bijvoorbeeld: er is een tropische storm op komst, wat in de komende dagen gevaarlijke situaties oplevert.

In deze opgave is dat niet van toepassing, want het zien van een storm op de weerkaart levert geen gevaarlijke situaties op.
Zie ook de pagina wat, dat, wie, die.

Woorden op 'loos' krijgen in de officiële spelling geen tussen-n, behalve als het eerste lid van het woord al noodzakelijkerwijs op een n eindigt (wezenloos, levenloos).

Omdat 'indruk' een de-woord is, is 'lusteloos' hier niet goed.
Zie ook de pagina panne(n)koek.

Het woord 'snack' (hapje, tussendoortje) is overgenomen uit het Engels.
Hiervan is ook het werkwoord 'snacken' afgeleid. De ik-vorm is 'snack'. Daar komt een t achter:
snack + t = snackt
Zie ook de pagina hij barbecuet.

De vier keuzemogelijkheden bestaan allemaal, maar 'cheque' is het juiste antwoord, want dat is een papiertje dat geld waard is.

check = controle
shag = gesneden tabak
sjek = vrou­wen­jak­je
Zie ook de pagina onmiddellijk.