Het hele werkwoord is 'kijken'. De klinker verandert in de verleden tijd: 'kijk' wordt 'keek'.
Zie ook de pagina sterke werkwoorden.

Het woord 'rups' wordt weleens fout geschreven, omdat het soms verkeerd wordt uitgesproken.
Zie ook de pagina luisterwoorden.

Een uitroepteken gebruik je om aan te geven dat iemand iets hard roept of om een waarschuwing meer kracht bij te zetten. Op het bordje zou ook kunnen staan: "Pas op: gevaar!" of "Pas op, gevaar!", maar in deze opgave moest je twee keer hetzelfde teken invullen.
Zie ook de pagina Leestekens.

Bij een de-woord schrijf je altijd een e aan het eind van het bijvoeglijk naamwoord (de laagste prijzen).
Zie ook de pagina zwart of zwarte.