Op de weerkaart zien we een zware storm ........ in de komende dagen gevaarlijke situaties oplevert.
Het invulwoord verwijst naar iets concreets (een storm). Omdat 'storm' een de-woord is, verwijs je ernaar met 'die'.
Je gebruikt 'wat' als je verwijst naar het hele voorafgaande deel van de zin, bijvoorbeeld: er is een tropische storm op komst, wat in de komende dagen gevaarlijke situaties oplevert.
In deze opgave is dat niet van toepassing, want het zien van een storm op de weerkaart levert geen gevaarlijke situaties op.
Zie ook de pagina
wat, dat, wie, die.